Een verhalenverteller of schrijver weet, dat je aan het einde van een verhaal niet moet gaan vragen: wat is nu de moraal van het verhaal? Het moraal wordt gevoeld of begrepen door de ontvanger en zo niet, dan is hij of zij er nog niet klaar voor.
Het mooie van ‘Ben je boos, pluk een roos…’ is, dat de moraal aan het licht komt door een verhaal rond een verhaal. Er is steeds sprake van een situatie in het heden, waarin een kind moeite heeft met thema's als waarheid, eerlijkheid of moeilijkheid.
De worstelingen hiermee leiden tot boosheid. Door een familielid wordt een oud verhaal verteld, dat de boosheid wegneemt en ook inzichten geeft in de moeilijke thema's. Is het oude verhaal verteld, dan weet het kind in het heden beter om te gaan met de situatie.
En komt de moraal zeer duidelijk aan de oppervlakte, zonder deze expliciet te benoemen.
Een slimme en duidelijke manier om jonge kinderen aan het denken te zetten, want dat is het doel van het boek. Elk verhaal eindigt met de vraag: ‘Wat vind jij?’ Hierbij gaat het niet om goed of fout, maar om gevoelens en respect voor de mening van de ander.
Ik heb verhalen voorgelezen aan een groep 3/4 en aan een kleuterklas.
Het blijkt dat de verhalen een goede lengte hebben wat de spanningsboog betreft en dat ook de tekeningen aantrekkelijk worden gevonden. Een leerling zei: ‘Ze lijken op een zwart wit televisie van vroeger’. De vele tekeningen geven, mede door het feit dat ze niet in kleur zijn, veel sfeer.
Verder zijn de verhalen allemaal prima gekozen, ik werd er meteen ingezogen (dat is zeker niet altijd zo) en ook de kinderen zaten er helemaal in. Mijns inziens komt dit omdat er geen woord teveel in de zinnen staat. De kern wordt voortdurend geraakt, ook in de illustraties. Duidelijk, geen overbodige details. Precies zo zijn de voor– en nabeschouwing (‘Wat we willen vertellen’ en ‘Regels van het praten met elkaar’ en ‘Tot slot’). Kort en to the point, handig voor de moderne mens die omkomt in informatie.
In beide groepen lokten de verhalen veel meningen uit, getriggerd door de vragen die geopperd worden door de auteurs. Bij het verhaal over het aapje, die steeds iets liet vallen om iets anders te krijgen, vond de een dat hij alles had moeten bewaren dan wel opeten.
En de ander voelde aan dat het gaat om het feest, om het meemaken. Zoals de auteurs beoogden mocht dit er allemaal zijn. ‘Wat vind jij?’ is de hamvraag, elke mening is goed.
Bij deze geef ik graag mijn mening.
Ik kan dit boek van harte aanbevelen. Is het niet ter ontspanning, dan wel om conflicten op een speelse manier te bespreken. Of om over na te denken, wat ik voorlopig nog een tijdje ga doen. En mocht ik stoppen met nadenken, dan pak ik het boek er weer bij.
Sjoerd van der Goot, invalmeester basisonderwijs Utrecht, verhalenverteller www.muziekinverhalen.nl