Vrolijk Leren
De serie Vrolijk leren bestaat uit leesboekjes voor kinderen om zelf te lezen.. Het leesboekje kan bovendien worden voorgelezen voor kinderen vanaf 4 jaar. Bij het leesboekje hoort een lesbrief om de inhoud te verdiepen, te leren en te spelen.
De leesboekjes hebben een serieuze inhoud die op een leuke, vrolijke manier wordt aangeboden. Omdat een mens pas leert als hij iets leuk vindt.
In de reeks Vrolijk leren verschijnen leesboeken voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 9 jaar vol inspiratie. Het zijn boeken om zelf te lezen met Avi M4 -Clib 4 niveau.
Uit het leesboekje De Marskramer, Uit het leesboekje De Marskramer, over de wereld van Joris Joleijt (2020): Dan gaat hij weer verder lopen. ‘Wie wil wat van mij kopen?’ De mensen blijven achter in hun huizen. Ze gaan weer aan het werk. Ze kijken naar de schotel die ze kochten en de kralen. Ze voelen zich rijk met de nieuwe spullen Ze denken: Joris brengt vrolijkheid in ons leven.
Uit het leesboekje Een winkeltje op mijn rug, over de wereld van Fleurtje en voor (2020) : Ze pakt een appel uit het winkeltje op haar rug. ‘Hier’, zegt ze, tegen de hond en tegen Floor zegt ze: ‘Je kunt ook dingen ruilen voor iets wat geen ding is. Zoals een lieve lik.’
Uit het leesboekje Mijn erwtje, over de wereld van Jop en Oma Jet (2021) : Door dat praten voel ik, dat ik niet alleen ben. Ik voel dat jij ook pijn hebt van jouw erwtje. Net als ik pijn heb van het erwtje van mij. Dat samen praten neemt mijn pijn een beetje weg.’
Uit het leesboekje De toverjas, over de wereld van Jasmijn (2022) : 'Je mag iets verzinnen wat in het echt niet bestaat. Je kunt bijvoorbeeld verzinnen dat dieren met elkaar praten'. Ze zegt: Als iets kan verzinnen ontdek je dingen die je nog niet wist. ’
Uit het leesboekje 'De knopenla, over de wereld van Merel en Soliman (2022)': 'Ze ziet de knopen en ze ziet ook in haar hoofd de gezichten van de mensen. Ze zegt: ‘En omdat het draadje sterk is, blijven we bij elkaar.’ ’
Uit het leesboekje 'Het harnas, over de wereld van Hidde (2022) ': ’ In een harnas kan ik toch met hen spelen, maar voel ik niet de pijn als ze mij slaan, denkt hij ’.