Doe-plan en toelichting op het Doe -plan..
Hierop staat wat Hidde meemaakt in het boek. Dit doe-plan kun je boven je bed hangen.
Dan kun je proberen te doen wat Hidde heeft gedaan. Jij hebt misschien geen harnas,
maar je wilt wel wegkruipen als anderen lachen. Of je bent heel stil, zodat niemand je kan horen. Of je vindt jezelf niet leuk.
- Hidde is bang voor de kinderen in zijn klas.
- Hidde beschermt zich door een harnas.
- Hidde denkt: met een harnas aan ben ik sterk.
- Hidde is nog steeds alleen ook in het harnas.
- Hidde moet lachen door het spinnetje.
- Hidde en de kinderen lachen samen, daarom voelt Hidde dat hij erbij hoort.
- Hidde is toch weer even bang, hij wil weer terug in het harnas, maar hij doet het niet.
- Hidde ontdekt door de spin dat hij ook sterk
- Hidde is sterk, hij durft een spreekbeurt te houden.
- Hidde weet nu dat hij sterk Als hij nu in de spiegel kijkt ziet hij een leuke jongen.
Nog iets: op school kun je je niet leuk voelen. Maar bijvoorbeeld thuis voel je je wél leuk. Ook bij oma en opa. Je voelt je bijna nooit overal niet leuk. Dus gebruik je het plan op verschillende plaatsen anders. Soms ben je al in stap 7 ( bij opa en oma) ; of anders nog maar in stap 4 ( op school ). En dan nog: je kunt best een plaatje overslaan als je zegt: ‘Dat klopt niet voor mij.’ Soms lukt het niet en moet je opnieuw beginnen. Soms doe je in plaats van een stap vooruit een stap achteruit en je gaat vandaar weer vooruit.
Dat kan allemaal, alles is goed omdat wat verandert nu eenmaal zo gaat.
Vergeet niet: niemand is áltijd sterk en nóóit ben je altijd leuk.
