“Dat kan ik niet…”
Voor Raisa op tafel ligt de rekensom die zij moet maken. Zij vindt de som te moeilijk. Raisa zegt boos: ‘Dat kan ik niet.’
De moeder van Raisa vertelt een verhaal uit Rusland over een man, en een vrouw en een kind. De koolraap die de man van het land moet halen, is te groot. Hij trekt aan de kool, maar die beweegt niet. En nog eens trekt hij. “Ik kan het niet”, zegt hij. Hij vraagt zijn vrouw. Maar ook met haar erbij, lukt het niet. Wanneer wel?
Je kunt, net als Raisa, boos zijn, omdat je iets wat moeilijk is, niet kunt.
Blijf je boos? Dat hoeft niet. Alleen kun je iets niet, maar je kunt het wel sámen vertelt het verhaal dat de moeder aan Raisa vertelt. In elk volksverhaal zit een boodschap. Die boodschap kun je in twijfel trekken. De conclusie laten we over aan Raisa. Haar conclusie kunnen we echter wel betrekken op onszelf en vragen: wat vind jij/wat vind ik? Laten we er eens over praten … Lukt iets beter, als je samen werkt? Er is veel te praten als dit verhaaltje is voorgelezen; er is veel te denken naderhand.